De grote verlossing – Een half jaar later

De grote verlossing – Een half jaar later
Foto gemaakt door Wilke Vos. Ruby en ik op 10 augustus

Op 14 mei schreef ik dat ik ‘onder het mes’ ging en nu is er alweer ruim een half jaar verstreken. Ik zou er nog over schrijven. Met humor. Ach.

Ik was toen zelfs bang dat ik het niet zou overleven. Als fijngevoelig wezen vreesde ik dat een narcose mij fataal zou worden. Dat soort gedachten had ik. Maar het ging goed, de operatie duurde een uur of drie en ineens was ik weer onder de mensen. Gelukkig had ik er helemaal niets van gemerkt. Het litteken van 27 centimeter loopt van onder mijn middenrif tot aan mijn schaambeen. Bij de navel is er keurig met een boogje omheen gegaan.

De dagen in het ziekenhuis vond ik heel zwaar omdat je er geen rust hebt. Als je moet herstellen, wil je slapen en dat kan niet als mensen in de nacht blijven praten. Daarbij, ik ben zo ongeveer de aller slechtste slaapster die er bestaat (het lijkt wel een sprookje: ‘De slechtste slaapster) En verder heb je vriendelijke verpleegkundigen maar ook tangen van wijven. Ik maakte ze beiden mee. Kwetsbaarder kan je niet zijn, als je na een operatie waarbij je zelf niets kan, van anderen afhankelijk ben.
Een ding is zeker: de politiek moet zich meer dan kapot schamen voor het beleid. Bij de verpleegkundigen die empathisch waren, zag ik een wonderlijke mengeling van vast zitten in het systeem en pogingen tot eigen inbreng. Het is treurig in wat voor stramien deze mensen moeten werken. Gelukkig is er nog geestelijke ondersteuning in een ziekenhuis. Twee keer zaten deze mensen bij mijn bed en daar heb ik veel aan gehad, sterker nog, het heeft mij die dagen doorgeholpen.

Op woensdagochtend was de operatie, op zaterdagmiddag was ik weer thuis. Er is dan helemaal niets voor je geregeld en onze auto kon niet eens klaarstaan bij de ingang van het ziekenhuis.
Na drie weken was er controle in het ziekenhuis. Dit was een voor mij traumatische ervaring, waar ik misschien later nog eens over schrijf. Als je niet binnen de protocollen past, is er geen nazorg. Dat regelde ik zelf, met consulten bij een antroposofische arts. Waar ik uiteraard niets van vergoed krijg door de verzekeringsbende.

In mei woog ik slechts 52 kilo en zag ik eruit alsof ik terminaal ziek was. Nu weeg ik ruim 59 kilo en heb ik mijn figuur weer terug. De lente, de zomer, de zon, goed eten, het heeft allemaal bijgedragen aan het herstel. Na een paar maanden echter, reageerde ik mentaal op het hele gebeuren en werd het heel zwaar. Vele slapeloze nachten en angst en paniek. Het lijkt erop dat ik nu uit dat dal aan het komen ben.

Met humor erover schrijven kan ik dus (nog) niet. De antroposofische arts zei dat ik er een jaar voor moet uittrekken. Het gaat best hard, het is al bijna 2023!