Bloesje
Ik vond een map van mijn moeder, daterend uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Mijn moeder overleed in 1994, mijn vader in 1997. Toen mijn vier zussen daarna alles aan het verdelen waren, vroegen ze of ik het wilde hebben. Ik zei direct ja want ik vind de inhoud bijzonder. De map dateert van een leerjaar van de huishoudschool waar mijn moeder ook kleding leerde maken. De leerlingen kregen de opdracht kledingpatroon-deeltjes in miniatuurformaat aan elkaar te naaien. Het resultaat in de map is een interessante collectie rokjes, jurkjes en bloesjes, geheel in de stijl van de mode van toen. Mijn oog viel direct op een van de kleine papieren bloesjes. Ik hield het tegen het licht en zag toen pas de oorspronkelijke schoonheid van dit werkje. Een…
Relativeren door te overdrijven
Van Hans Moolenbergh herinner ik mij een boek waarin hij de zielen van steden beschreef. Iedere stad heeft zijn eigen ziel en daardoor zijn eigen sfeer. Logisch, dat zo’n stadsziel van invloed is op haar bewoners. Mijn ouders en voorouders, al een paar eeuwen leven ze in Rotterdam. Ook ik ben er geboren en getogen. Mijn taalgebruik kan daarom wel eens tot verwarring leiden. Rotterdammers zijn recht door zee en ze zijn geen opscheppers. Om toch wat franje aan het geheel te geven, moeten we toch érgens in overdrijven. Dus doen we dat maar in de dingen die niet goed gaan of die niet zo fijn zijn. Met een vleug humor, dat wel natuurlijk. Maar dat is wat mensen van niet-Rotterdamse oorsprong nu juist ontgaat. Die denken dat we negatief…
Wijs besluit
Op de balustrade van ons balkon zag ik een Huismus die een hommel ontweek. Het musje was net geland. De hommel kwam aanvliegen en het vogeltje week behendig met een zwaai uit naar links, terwijl zijn pootjes bleven staan. Logisch, als er zoiets groots op mij afkomt, duik ik ook weg. Zelf ontwijk ik de laatste tijd het mainstream nieuws. Er is te veel absurditeit en de berichtgeving is eenzijdig (thans, maart 2021 zou ik daar nog wel meer over kunnen zeggen maar dat doe ik maar even niet). Wat ontwijk je en wat laat je toe. Waar ga je voor staan en wat laat je gaan. Dat is de vraag. Het mooie van dieren is dat ze daar nooit mee bezig zijn. Ze ontwijken wat ze moeten ontwijken…
Gelukssymbool
Jaren waren er voorbijgegaan. Talloze keren zakte ik bij een veldje klavers door mijn knieën, vaak tevergeefs. Maar nu, heel recent, viel mijn oog erop, een klavertje met 4 blaadjes. In eigen tuin, nota bene. Al jong raakte ik gefascineerd door het fenomeen ‘klavertje-4’, vooral ook door het getal. Kinderen vragen altijd aan elkaar ‘wat is jouw geluksnummer?’ ‘4’, antwoordde ik steevast. In de plantkunde noemen ze deze afwijking bij de witte klaver een somatische mutant. Een zwart schaapje dus, of het lelijke eendje. Nou, ik zie het anders. Het is een witte duif, want als je in plaats van 3 maar liefst 4 deelblaadjes op je steeltje draagt, dan ben je voor mij bijzonder. Gelukkig ben ik niet de enige. In de middeleeuwen waren ze ook blij als ze…
IJsbloemen
Toen wij jong waren, hadden onze slaapkamers nog geen benul van dubbele beglazing met een warmte-isolerende werking. Als de buitentemperatuur daalde tot het vriespunt, had deze specifieke vorm van ruige rijp volop kans zich te manifesteren op de dunne en oneffen vensterruiten. IJsbloemen! IJskristallen kunnen zich door secundaire groeikernen uitbreiden tot van die typische vertakkingen, dendrieten. Een voorbeeld van zo’n dendriet zag ik tijdens een vroege ochtendwandeling in een weids landschap. Nachtvorst had zich niets aangetrokken van de naderende lente. Ik passeerde een rustiek oud huisje. En daar was hij dan, het ijsbloemenruitje! Dat wilde ik fotograferen. Maar de man die daar net de deur uitstapte, keek een beetje boos. Discreet liep ik door. Over boos gesproken. Mijn drie oudste zussen, die aan de voorzijde van onze kleine eengezinswoning…

Stamppot
Als je een hond hebt kom je veel buiten. Die van mij – een witte herder – zie je niet snel over het hoofd. Ik heb bijna dagelijks aanspraak. Door die ontmoetingen kom ik regelmatig opgeruimder thuis dan ik wegging. Niets relativeert zo goed als een alledaags praatje. Het is een zonnige herfstdag, er zijn veel mensen op de been in het Kralingse Bos. ‘Zo, da’s een mooie,’ zegt een oudere Rotterdammer terwijl hij naar mijn hond wijst. ‘Ja, en ze is ook lief,’ zeg ik. ‘Dat zie je zo,’ zegt de man met een. ‘Maar ze is geen doetje,’ haast ik mij te zeggen. Want die stoere kant van haar mag niet onderbelicht blijven. ‘Kijk, die van mij graaft. Dat leer je ‘m niet af.’ Zijn kleine terriër, die daarnet…
Het baroktheater
Wat een verrukkelijke verrassingen kent het leven soms toch! In een donkere ruimte van het kasteel beklim ik een trap en open ik voorzichtig een deur. Daar sta ik dan, in een onvervalst baroktheatertje, intiem en charmant. Er lopen twee bezoekers rond, maar die hebben het al snel gezien. Ik niet. Nu ik het rijk alleen heb, kan ik de nog lang niet vervlogen theatergeur diep opsnuiven. Het opwindende gekraak van de eeuwenoude planken onder mijn voeten is een genot voor mijn zintuigen, die op een milde manier op scherp staan. Ik ervaar een stilte die aangenaam kalm en toch levendig is. Verrukt bekijk ik de toneelruimte van alle kanten, als laatste vanuit de vorsten-loge, waar je uiteraard het beste uitzicht hebt. Ik stel mij de bezoekers van weleer voor…
Ummagumma
Omdat ik de hoes zo mooi vind, gaf ik de oude dubbelelpee een plek in onze woonkamer. Ik heb het over het album ‘Ummagumma’ van Pink Floyd uit 1969. Je ziet een foto van de vier bandleden, maar het is niet zomaar een foto. Op de voorgrond zit de leadgitarist op een stoel in de deuropening van een huis. Lang haar en blote voeten die rusten op een gedecoreerd tapijt waarop met losse letters de naam van de band is gevormd. In de tuin wachten de andere muzikanten op hun beurt, ieder in een eigen pose. Tegen een gestucte muur rust een exotisch aandoende platenhoes met GIGI erop en het hoofd van een Zuid-Amerikaanse. Door de buikfles met de roze strik om de hals wordt dit vrouwelijke element versterkt. De…
Sporen
‘De staartmezen verzoenen een mens met heel zijn bestaan’, schreef Hans Dorrestijn in zijn ‘Vogelgids’. De schrijver trok deze conclusie nadat hij een kwartier lang vol verrukking oog in oog stond met een staartmezen-familie. De staartmeesjes zaten op een waslijn, knus tegen elkaar aan. Tot op heden had Dorrestijn op zijn wandeling door het steegje met treurige achtertuintjes alleen maar waslijnen met aaneensluitende regendruppels eraan gezien. Plotsklaps zag hij een lijn zonder druppels en dat kwam omdat die staartmezen daarop waren geland. Dit zette mij aan het denken over sporen die mens en dier nalaten. En dan heb ik het niet over al die sporen van schandelijk afval, maar over dat wat zomaar ontstaat of spullen die vergeten worden. Een vrolijk wapperend geel lint in een boom na een lentepicknick,…
Zadkine
Het een hoeft niet te lijken op het ander, maar je kan er toch hetzelfde bij beleven. Zo verging het mij in de herfsttijd toen ik in het bos bij mij in de buurt deze boom zag staan. Niet dat ik hem voor het eerst ontdekte. Talloze keren liep ik hier al langs en legde ik ‘m vast met de camera. Want ook al is het een dode boom, het is wel een fotogenieke reus. Een die bij bepaald licht indrukwekkend donker afsteekt tegen de achtergrond. En nu had ik bij deze boom ineens dezelfde beleving als bij het beeld van Ossip Zadkine, De Verwoeste Stad, waarin het leed van een stad zonder hart zo grandioos is weergegeven. Ik ken het goed, als kind werden wij al op zondagen meegenomen…